The Place to Be

Als ik uit het meest zuidelijk en niks zeggende stadje Invercargill vertrekt is het meest gure weer tot nu toe aan het verdwijnen. Ik zet meteen door naar Queenstown's omgeving want reisdaar land Mike vd Als ik uit het meest zuidelijk en niks zeggende stadje Invercargill vertrekt is het meest gure weer tot nu toe aan het verdwijnen. Ik zet meteen door naar Queenstown's omgeving want reisdaar land Mike
vd v die me een tijdje gaat vergezellen in NZ. Hij heeft een halfjaartje gereisd in Azie en zijn centen raken op waardoor hij straks genoodzaakt is werk te zoeken. Zover is het nog niet en op donderdag de 16e sta ik bij hem op de stoep. Hij is met een vriendinnetje Dagmar die ook mee wil. Dat is een lastige want in mijn 1tje is het al aardig vol in de auto maar voor uit dan maar. We gaan naar Milford Sound wat naar verluid DE Topspot van NZ moet zijn. De 300 km rit begint mooi , wordt daarna wat gewoontjes en op het eind merken we pas dat het wel eens waar zou kunnen zijn wat ze zeggen. Dat hondenweer van eergisteren heeft hier in zeg maar het augustus van NZ een lekker pak sneeuw op de hoogste bergtoppen gedeponeerd. Inmiddels is het vrijwel wolkenloos geworden dus
fototechnisch gezien is het nu helemaal top hier. De laatste 40 km naar het gehucht Milford Sound is het echt spectaculair mooi aan het worden. Overal zijn er nog watervallen die van de steile bergwanden kletteren en Kea papagaaien die om aandacht en eten bietsen. Als we in Milford een camping willen blijkt dat vol te zitten en moeten weer tig km terug rijden maar dat is hier natuurlijk bepaald
geen ramp. We zoeken een mooie spot aan de Casade Creek , we zetten de tent en koken een maaltijd bij het kampvuur. Met volle buiken genieten we na onder de maanloze en fonkelende melkweg. Het koelt daardoor alleen wel flink af dus goed gekleed verdijnen we in de slaapzakken. Ik ben uiteraard weer vroeg uit de veren vanwege de kou maar zeker ook omdat het prachtig is hoe de zon de dampende
mistflarden aan het verdrijven is. Langs de kreek vind ik overal zeldzaam groenig zand en hier en daar zelfs een groenig strandje. Als de mooiste licht lichtkleuren al weer lang weg zijn komen Mike en Dagmar pas uit de veren. We gaan weer terug naar dat Milford Sound want dat is the place to be. We kijken wat er mogelijk is en Dagmar en ik willen graag vliegen. We weten een 2 persoons tocht te
regelen voor de prijs van een 4 persoons vliegtour. Niet veel later is daar de piloot al en lopen we naar zijn chesna. In no time weten we dat dit inderdaad the place to be is. Fjordland is grofweg 230 km lang en 75 km breed en 1 en al pure wildernis net zoals duizenden jaren geleden. We vliegen door de Milford fjord naar zee en scheren met de vleugels rakelings langs de besneeuwde toppen om
vervolgens weer de diepte in te duiken. Op mijn verzoek vliegen we ook naar de Sutherland falls want dat is met 580 meter hoogte de hoogste waterval van NZ en alleen via de meest beroemde en 4 daagse Milford track te bereiken. De piloot is zo vriendelijk om een paar extra rondjes te vliegen want je begrijpt dat deze hoogste waterval goed op de foto moet komen. Na 35 minuten zet de piloot zijn toestel weer aan de grond en zijn wij een paar centen armer maar een prachtige ervaring rijker. Een hele goede deal zeg ik! Aan de grond is het de beurt aan Mike die een bootcruise door de fjord wil doen. Uiteraard gaan wij mee want wij weten nu beter. Voor omgerekend 43 euro is dit misschien zelfs wel een nog wel betere deal want we zien nu alles buiten in de wind en op het gemakkie net als de luierende zeehonden die op de rotsen liggen te slapen. Als klap op de vuurpijl vaart het schip ook nog eens onder een van de spetaculair denderende waterval door. Na 2 en halve dag in dit fjorden gebied is het genoeg en keren we terug naar Queenstown waar de sneeuw inmiddels al weer van de toppen is weg gesmolten. We laten Dagmar hier achter , zij gaat naar het zuiden en wij naar het noorden.

Daarover de volgende keer meer dus tot dan....

Groeten van Mike en Tjoep

En dan eindelijk mijn vertste weg van huis ooit.

Beste allemaal , het verslag gaat natuurlijk weer verder als ik de door de aardbeving van 2010 verwoeste

stad Christchuch verlaat. De rit gaat weer verder naar he zuiden maar wel landinwaards naar de Nieuw

Zeelandse Alpen. Ik hoef jullie natuurlijk niet uit te leggen dat het daar wat frisser is. De bergen

worden steeds hoger en steeds grilliger als daar opeens NZ's hoogste en beroemdste berg opdoemd. Het is

natuurlijk Mount Cook of Aoraki zoals de Maori's ze noemen. Het is een prachtige berg met de top kompleet

gehuld in sneeuw en ijs. Aangezien je hier in het Nat.park niet mag wildkamperen sta ik op de betaalde

camping. Meeteen daarna natuurlijk aan een paar flinke wandeltracks door de valleien en op wat bergen

begonnen. Naast de spectaculaire uitzichten beleef je ook echt het kraken en piepen van de gletsjers die

letterlijk boven je hoofd lijken te hangen en elk moment naar beneden kunnen storten. De verrekijker en

mijn fototoestel zijn hier dan ook mijn grootste vriend. Als de zon onder gaat wordt het meteen koud en

ik voel de bui al hangen dus ga ik vannacht met wat warme kleding aan en een fleecedeken mijn flup zomer

slaapzak in. Terrecht want het koelt af tot slechts een graad of 3 a 4 boven nul. Gelukkig weet ik nog

een beetje behaaglijk te houden tot weer het moment van opstaan. Als de zon weer schijnt en de wolken

tergend langzaam rond de toppen van de bergen verdwijnen loop ik nog de track's die ik niet gelopen heb.

Dan is het is weer vertrektijd , radiootje aan en genieten maar. Natuurlijk wordt Trump weer eens

belachelijk gemaakt op de alleen maar links liberale radiostations hier. Dan is er ineens het bericht dat

er ruim 400 (pilot)walvissen zijn gestand op Farewellspit waar ik laatst nog ben geweest. Gelukkig

blijken het kleine grienden te zijn want ik dacht in eerste instantie aan grote Potvissen of zo.

In Oamaru denk ik de zeldzame Yellow Eyed pinguins te kunnen bekijken die alleen maar in NZ en omgeving

voorkomen. Het is echten nog ochtend en dan zijn ze er niet , bovendien zijn ze zo zeldzaam dat er hier

maar een paar zitten en de aantallen worden elk jaar lager en lager. Ik de zeg de mazzel want ik probeer

het vanavond bij de volgende plek wel. Zo gezegd zo gedaan en op het Otago schiereiland bij de stad

Dunedin neem ik voor de zekerheid een betaalde tour. Mijn geld word hier goed besteed aan de bescherming

van deze meest zeldzame en schuwe pinguin die er is. Er zijn er nog maar een paar 1000 van dus ik ben

blij dat ik er hier toch een handje vol het strand ik zie komen om hun kroost te gaan voeden. Verder zie

ik hier in de buurt nog wat mooie volgels zoals Royal Albatrossen en Zeehonden en NZ Zeeleeuwen.

Bij Cape Saunders op dit schiereiland bereik ik dan eindelijk mijn verste plek ook van huis vandaan.

redelijkerwijs dan want voor schandalig veel geld kan ik nog naar een handvol eilandjes zoals Bounty

eiland en de Antipoden eilanden die nog een stuk verder in de stille oceaan liggen. Ik ben hier nu

volgens de Gps op mijn telefoon 18.822 kilometer van mijn woonkamer verwijderd en kan geen meter meer

verder. Jammer want ik had natuurlijk maar wat graag naar precies de andere kant op 20.037 km gegaan.

(Althans volgens de Gps van mijn telefoon die ik toch niet 100% vertrouw) In het verrassend leuke stadje

Dunedin bekijk ik een paar gratis muzeums en slenter heel wat door het centrum rond. Verder zuidelijk

zie ik gelukkig nog meer van die geel oog pinguins en ben daar uiteraard heel content mee. Bij de stad

Invercargill word het echt slecht weer. Regen , wind en met maar 7 graden snacht's en 13 graden overdag

wordt ik niet vrolijk. Dan maar even de noodzakelijke dingen doen die gedaan moeten worden zoals dit

verslag schrijven en posten. De volgende keer zal er iemand op bezoek bij me komen.

Het is een oude bekende van me die ook als eens in Afrika en Australie bij me langs kwam.

M vd V is zijn naam maar daarover de volgende keer dus meer. Die jongen heeft elke keer alle geluk aan

zijn kont hangen want jawel hoor ik zie dat het weer super gaat verbeteren de komende dagen en dat

terwijl we naar 1 van de natste plekken op aarde gaan. (het is toch ongelooflijk)



Ik zeg Laterrrrrrrr


Tjoep.

Eindelijk dan naar het Zuidereiland.

Op zondag 29 januari vroeg opgestaan want ik moet de ferry van 08:00 uur pakken.

Als we eenmaal de beschutte baai van Wellington uit zijn en de Cook straat oversteken

naar het zuidereiland merken we dat het stormachtig waait en dat heeft toch altijd wel

wat vind ik. Aan de overkant duikt de ferry 1 van de beschutte fjorden van de

Marlborough sounds in en daar word het weer kalm. Met de auto laat ik dit fjorden

gebied links liggen ik heb al wat met de ferry gezien. Het mooie Tasman NP met de

auto bekijken gaat ook niet want dat kan alleen te voet en dan wel met meer daagse

hike's. Geen nood er is tenslotte nog veel meer moois te zien hier en via de Golden

Bay kom ik aan bij de Farewell spit. Dit is een hele mooie landtong van duinen en hoge

steile kliffen. Ik pak hier in de buurt ook nog even 1 van de helderste bron ter wereld

mee. Deze Pupu spring heeft een doorzichtigheid van 63 meter. Het zuiverste water uit

een fles heeft maximaal 83 meter doorzicht. Aan de westkust regent het en dat is niet

zo gek want er valt hier tot wel 6000 mm per jaar. Dat maakt mij nu toevallig niet zo

uit want ik bezoek hier wat grotten. Dit deel van NZ werd trouwens in dec 1642 als 1e

europeaan door de Hollander Abel Tasman ontdekt. Via de mooie kustweg rijdt ik tot

Greymouth en daar duik ik de alpen in om naar de Oostkant van het zuidereiland te

gaan. De Arturspass is redelijk spectaculair te noemen en al gauw zitten er kea's

aan mijn wagen te knagen. Kea's zijn s'werelds enige alpine papagaaien. Ze zijn leuk

en grappig maar als je niet uit kijkt dus ook schadelijk voor je spullen. Eenmaal

over de pass klaart het weer helemaal op en wordt het zelf flink warm. De oostkant

ontvang dan ook maar 2000 mm regen per jaar en dat scheelt dus behoorlijk.

In Christchurch (2e stad van het land) moet ik tanken en ik hoopte en verwachte

eigenlijk wat lagere benzineprijzen. Helaas blijkt dat niet het geval en ik denk dat

ze hier maar een parlementair onderzoek naar de olie giganten moeten houden.

Niemand snapt hoe dat met die prijzen werkt hier in dit minst corrupte land. In de

stad zie je nog steeds de schade die in 2010/11 is aangericht daar de 7.8 aarbeving.

Het totale herstel zal nog vele jaren gaan duren denk ik. Ik ben hier trouwens precies

18.745 kilometer van mijn huis in krimpen en ga nog steeds verder en verder weg van

huis. Precies aan de andere kant van de aarde ligt voor mij nu trouwens de stad

La Coruna in Spanje. Dat noemen ze de Antipoden. Daarover de volgende keer meer....


Groeten van , Tjoep


Van Auckland naar Wellington

Na een beetje puzzelen ben ik er uit hoe ik efficient de 2 eilanden moet gaan bereizen.

Via de oostkant ga ik eerst naar het zuiden. Buiten aucland word het meteen al een stuk

rustiger. Mooi word het pas bij het bergachtige schiereiland Corromandel met zijn

gouden stranden en blauwe zee. Bij het plaatsje Hamei heb je zelfs een hotspring op het

strand. dat had ik al eens gezien in Antartica en Japan maar hier is het gekkenhuis.

Met minstens 150 man staat iedereen op een klutje zijn eigen spa te graven wat een

grappig gezicht is. Via de de Bay of Plenty ga ik landinwaards naar Rotorua en Taipo.

Daar barst het van de geo-thermale aktiviteiten. Sterker nog , het is het grootste

hotspring gebied ter wereld. Overal komt stoom , heet water of hete modder uit omhoog

borrelen. De meest bijzondere plekken heten Craters of the moon , Hells's gate , Fry's

pan , Champagne pool enz enz. In japan was het al mooi en indrukwekkend maar hier is

het nog iets meer groter en mooier qua kleuren en zo. Gelukkig was ik nog net op tijd

bij de geyser Lady Knox die elke dag om 10:15 uur meters hoog spuit. Een gids zegt dat

hij onregelmatig eens in de 1 a 3 dagen gaat en dat alle bezoekers daar niet op kunnen

wachten natuurlijk. Vervolgens pakt hij na nog meer uitleg een zak (tover)poeder

tevoorschijn en gooit dat in de de geyser die een paar tellen later volop begint te

spuiten. Nou ja zeg , en weg is het magische van deze geyser hoewel wachten tot sint jutemis ook wat is ?

Terug langs de kust kom ik langs meest oostelijke plek van NZ. East Cape lighthouse

op de lengtegraad 178'32,9 oost , dit is ongeveer 100 kilometer van de 180'graden is

wat normaal gesproken de datumgrens is. Verder naar het zuiden wordt het steeds warmer

en moet ik flink smeren met factor 50. Het landschap is hier heuvelachtig en alle

bossen zijn gekapt voor de veeteelt voornamelijk schapen. Het is hier allemaal heel

rustig en ik kan dan ook op mijn dooie gemakkie zuinig rijden. Het autootje staat zelfs

1 op 18 toe. dat is mooi want de benzine prijs is wel behoorlijk hoog aan het worden.

In de hoofdstad Wellington aangekomen check ik meteen hoe of wat de boot naar het

zuider eiland gaat en book meteen voor de volgende ochtend de boot. 173 dollar voor

mij en de auto en dat was minder dan ik gelezen had. De rest van de dag de kleine stad

wat verkent en zelfs nog even bij het stads strand gezwommen want een douche was weer eens nodig.

Nu ochtend nog even een plekje voor de nacht vinden en dan morgenochtend vroeg de boot naat Picton.


Voor nu de groeten allemaal weer en tot.......



Tjoep.


Ver , nog verder , verder kan niet !

Beste iedereen ,afgelopen juli had ik in Japan al een hint gegeven over mijn
volgende trip en die gaat nu dus uitkomen. Nieuw Zeeland dus....
Aangezien het verrekte lang vliegen is wilde ik graag een stopover van een paar
dagen in bijvoorbeeld Hong Kong en Dubai maken maar dan tillen ze je meteen.
Het beste wat ik vond was een rechtstreekse vlucht van cathay pacific met lange
overstap tijden in Hong Kong zodat ik de stad daar kan bekijken.
Zo gezegd zo gedaan en op zondagmiddag vertrokken van schiphol en op maandag
ochtend Hong Kong in. Een hele dag slenteren tussen de wolkenkrabbers daar en
natuurlijk in de hoogste daar geweest. Op de 100e verdieping zie ik het weer
donker worden en dan is het tijd om weer terug naar het vliegveld te gaan.
Flink tot behoorlijk moe val ik in slaap op mijn 2e 11 uursvlucht. Uitgeslapen
kom ik eindelijk dinsdag middag aan in Auckland. Ook hier kan ik niet pinnen ,
het blijkt dat mijn pinkaart heel stom van me nog op europa staat ingesteld.
Gelukkig is dat online snel weer opgelost en zit snel in de bus naar mijn
backpackershostel in de wijk Ponsonby. Woensdagochtend meteen op auto jacht en
ik vind al vrij snel de beste deal voor mij. Geen nieuwe moderne huurauto want
die zijn in NZ echt heel prijzig maar een wat oudere Toyota Corolla station1.6
met al 163.000 op de teller. Mij maakt dat niet uit want daar is de prijs van
omgerekent 21 euro per dag ook naar. De volgende dag de wagen opgehaald en
allerlei benodigdheden geshopt en van de wagen voor de komende 67 mijn huis op
wielen dagen gemaakt. Vrijdag 20 januari wordt Donald Duck president in
Amerika maar ik ben klaar voor mijn verste reis ooit.
18.188 kilometers van mijn huis in Krimpen om precies te zijn. Wil je weten
hoeveel verder ik nog kan gaan volg dan de komende verslagen hier.

Ik zeg laterrrrrrrrrrr.

Tjoep.

Eindpunt Tokio

Beste lezers , hier alweer het laatste verslag vanuit Nippon.
Na de alpine route vervolg ik mijn weg naar Nagano. Je weet wel , die stad van de
Olympische winterspelen van 1998. iteraard bekijk ik verschillende sport complexen
en ook de mooie en behoorlijk grote en belangrijke tempels die je hier ook hebt.
Weer verder kom ik nog langs wat altijd leuke vulkanische dingen. Ook zie ik een
hele aparte waterval die als grondwater uit een vulkaan komt zetten. Bij het stadje
Nikko is weer een groot tempel complex. Er ligt hier een belangrijk iemand van
vroeger begraven en dus sluit ik aan in de dikke rijen mensen die hier dus ook op
af zijn gekomen. In Tokio aangekomen bekijk ik de dingen die ik nog niet had gezien
zoals de namaak eifeltoren , de Rainbow bridge , diverse hoge gebouwen waar je op
de hoogste verdieping of zelfs het dak mag kijken. Oja en omdat ze de vorige keer
op maandag dicht waren nu ook maar even het nationaal muzeum (5 euro) bekeken en de
dierentuin (ook 5 euro) want ze hebben er 2 reuzen panda's die ik nooi nooit heb en
nu dus had gezien. Op maandag vlucht ik even de stad uit de bergen in. Even rust en
de mogelijkheid om mezelf op te frissen in een heerlijk berg riviertje. In Tokio
was het namelijk bloedheet geweest en dus zweet je als een otter en even douchen in
tokio is er niet bij. Ik heb gelijk de wagen uitgemest en inleverklaar gemaakt.
Dinsdag Tokio weer in en dat valt niet mee want mijn telefoon scherm is aan het
overlijden waardoor de navigatie moeilkijker is. Een laatste volle dag seightseeing
en dus duik ik weer hoge gebouwen in en check nog een nieuwe wijk en vergaar info
over de vismarkt voor de volgende dag.daar heb je de tonijn veiling en kunnen maar
beperkt toeschouwers bij zijn. Wie het eerst komt wie het eerst maalt is het en dus
ben ik daar om 02:30 uur. Ik ben zeker niet de 1e maar zit gelukkig bij de 120
gelukkigen die die dag mogen kijken. leuk om eens te zien hoe dat daar gaat met die
peper dure grote tonijnen. Daarna snel weer weg want om 07:00 gaat de parkeermeter
ook weer naar het peperdure nachttarief. Bij Narita airport lever ik de wagen in en
dat gaat heel gemakkelijk. Binnen 2 minuten is het klaar. Terug in tokio slenter ik
s'avonds nog over de golden gai. En dan is het straks returnday dus dit is het dan.
Oja , ik heb 12.833 kilometer gereden in 68 dagen. al met al niet het gemakkelijkste
land maar zeker de moeite waard. Vooral Tokio is de moeite waard , dit is in alle
opzichten een wereldstad. Oja de foto's upload ik later wel want dat is ronduit kut hier.

Voor degene die al weer uitkijken naar mijn volgende
avontuur kan ik melden dat ik al een tijdje plannen heb voor kiwi's en
waarschijnlijk sneller dan je denkt.

tot dan maar weer.

Tjoep.

Kurobe alpine route



Beste allemaal , hier weer een vers verslag van tjoep in Japan.
Op mijn verjaardag was ik dus van Hokkaido naar de stad Aomori gevaren. Aangezien
het zondag was en er eigenlijk geen moer te beleven viel ben ik maar doorgereden
naar lake towada. Het weer is hier weer eens niet best. Het regend , goed voor de
watervallen route want die doen het uitstekend nu. Maar ja van onder je paraplu iets
bekijken is toch eigenlijk altijd minder vind ik. Een heel stuk zuidelijker word het
een stuk boeiender. Ik loop een stuk van een pelgrim route naar de heilige Haguro-
berg. Bij de stad Yamagata duik ik de bergen in voor een spectaculair vulkaan
kratermeer Zao genaamd. Weer verder naar het zuiden beklim ik de Bandai san vulkaan
die in 1888 flink explodeerde waardoor deze 600 meter lager werd. Deze hike is geen
kattepis en het berenbelletje ging ook weer mee. Deze keer niet voor de brown bear
maar voor de kleinere zwarte Honshu beer. Gelukkig geen beer tegen gekomen in het
de dicht begroeide bospaden en wie weet wel door die bel. Later volg ik weer de
kust en bij Itoigawa duik ik de alpen in om de Kurobe Apline route te gaan doen.
Deze spectaculaire route had ik eerder gemist en na onderzoek blijkt dat je die
niet met je auto kan rijden maar met allerlei verschillenden vervoeren moet doen.
De route is ook bepaald niet goedkoop lees ik. Onderweg daar naar toe kom ik nog
door leuke wintersport dorpjes zoals Hakuba. Hier werd in 1998 voor de olympische
spelen van Nagano een aantal ski-wedstrijden en het schansspringen gehouden.
Bij het begin/eindpunt van de Kurobe Alpine route aangekomen koop ik een retourtje
tot net iets over de helft van de route voor 76 euro. Ik hoop maar dat het mooi word
Omdat het zo duur is komen hier alleen maar toeristen en aangezien het een zonnige
zondag is zijn die er volop. De route gaat over 2 hoge bergruggen heen. De 1e ga je
met een trolley bus via een tunnel door de berg. Daar uitgekomen is meteen de
spectaculaire 186 meter hoge Kurobe stuwdam omgeven door grillige hoge begtoppen.
Ik heb meteen het echte alpen gevoel te pakken en weet dat de verdere route ook okee
zal zijn. Aan de andere kant van die dam moet je eerst met een kabeltrein door een
tunnel steil omhoog. Een beetje zoals in Kaprun zeg maar. Dan ga je met een grote
gondel naar iets van 2400 meter hoog. Daarna weer met de trolleybus ddor de 2e berg
rug heen en dan heb je het hikers walhalla. De hoogste toppen zijn hier iets boven
de 3000 meter. En ja natuurlijk heb je ook vulkanische activiteiten hier. Een beetje
teveel zelfs want de laatste tijd rommelt het hier met giftige gassen waarvoor we
flink worden gewaarschuwd. En jawel soms raak je in zo'n een iets te grote
verdwaalde wolk verzeild en dan is het toch wel effe kuchen geblazen. Als je de
route verder zal volgen dan kom je in de stad Toyama uit maar dat doe ik dus niet
want daar staat mijn auto niet.
Het volgende verslag ga ik naar de olympische stad Nagano en eindig ik in tokio.

Ik zeg laterrrrrr

Tjoep.

Hokkaido


Op zondag 3 juli gaat de auto de veerboot op naar het noordelijkste eiland Hokkaido.
Het waait flink en het schip gaat behoorlijk heen en weer. Na bijna 2 uur komen we
aan in de stad Hakodate. Ik heb hoog gespannen verwachtingen want dit zou het
wildernis eiland zijn. Vroeger toen de zeespiegel nog laag was zat hokkaido vast aan
siberie en kamchatska , de rest van japan zat aan zuid korea vast vandaar dat de
dieren op deze eilanden heel anders zijn van elkaar. Het klimaat is hier s'winters
ook heel koud. Je schijnt hier op plekken zelfs ook permafrost te hebben. Klink goed
kom maar op... . Op weg naar Sapporo (2 miljoen inwoners) is het nog wat gewoontjes.
Sapporo zelf valt me tegen. Een stille saaie stad en dat had ik niet verwacht.
Na hier eindelijk weer eens fatsoenlijk wat foto's te hebben ge-upload op deze site
maar weer snel vertrokken. Furano is de volgende plek op het programma en hier is
het wel mooi. Het is hier uitgestrekt boerenland in de dalen met velden vol rijst ,
graan en lavendel bloemen. Japanners zijn hier gek op en zijn hier nu ook volop op
vakantie aan het gaaan. Het daisetsuzan National park ligt hier om de hoek en daar
kwam ik natuurlijk voor. Het is zeg maar het Tirol van Hokkaido. Er lig nog wat
sneeuw op de toppen en van een vulkaan komen dikke wolken stoom af.
Geweldig dit , bergschoenen aan en hiken maar. Eerst een beren belletje kopen want
deze soort koe bel laat de bruine beren weten dat jij eraan komt en zij zullen je
dan uit de weg gaan is de theorie. Op weg naar een top (1984 meter) ligt er tot
mijn verbazing nog veel meer sneeuw dan ik dacht wat het natuurlijk alleen maar
mooier maakt. De volgende dag ga ik op een andere plek op zoek naar die grote
bruine beren. Hier heb je een goede kans om ze veilig te zien naar het schijnt.
Eerst flink door het dichte bos lopen en een herrie maken met de bel en in je handen
klappend zodat je hier hopelijk een ontmoeting met de beren uit de weg gaat.
Hier wil je absoluut nog geen beer tegen komen als je leven je lief is. Op de plek
aangekomen is het ineens open en er zijn park rangers aanwezig die een oogje in het
zeil houden. Helaas ligt ook hier nog te veel sneeuw zodat er nog te weinig te eten
is voor de beer. Heel jammer maar het was de tocht meer dan waard. OP weg naar het
noordelijkste punt valt alles in duigen want het regend weer eens en het is ijskoud.
Verder bij het Akan meer aangekomen is het weer een beetje opgeknapt maar de
bergtoppen blijven helaas hardnekkig in de wolken zitten. Ik koop hier 2 marimo
algen bolletjes die hier in het meer goeien. Ze zijn grappig en groeien extreem
langzaam. Over 200 jaar zijn ze van een kleine knikker tot een tennisbal uit
gegroeid. hahaha , dat wil ik meemaken. In het Shiretoko national park aangekomen
is daar nog steeds die hardnekkige bewolking die maar slecht wil vertrekken.
Grrrr , das balen want dit zou het nummer 1 park van japan moeten zijn.
Bij wat meren heb je wandel mogelijkheden maar er zijn hier ook busladingen vol met
herrie makende toeristen (dag beer) en als klap op de vuurpijl is een trail gesloten
omdat er zogenaamd te veel berenactiviteit zou zijn. Morgen is die weer open volgens
de staff. Pffff wat een kutsmoes zeg. Niks aan te doen door naar het noorden van het
park. Bij de Kamuiwakka waterval spot ik op veilige afstand ineens 2 beren.
Een moeder met 1 jarig jong. Potverdomme hier heb ik jaren op gewacht. En neeeeee er
volgt nog een 3e grotere beer op afstand. Ze graven en wroeten alles om. Na een
tijdje komt het tot een ontmoeting van de 3. Net op dat moment komt er weer eens een
wolk van zeemist opzetten. Ik hoor alleen nog maar gegrom en als de mist weer weg is
zijn de beren dat ook. Dan mijn aandacht maar weer op die waterval en die blijkt warm
te zijn van een heet waterbron iets verderop. Geweldig dit heb ik nog nooit
meegemaakt en na de voetjes te hebben opgewarmd weer verder naar de Kushiro wetlands
want die bewolking blijft nog even zo. Hier zie ik zoals gehoopt een paar zeldzame
japanse kraanvogels. Eens bijna uitgestorven maar nu zijn er hier weer zo'n 1000.
En om ze goed van dichtbij te bekijken ga ik natuurlijk ook even naar een
broedcentrum toe. Iets ten zuiden van Sapporo zijn er weer geweldig sissende vulkanen
waar ik me over blijft verbazen en dan ineens is het 17 juli en ben ik weer in
de begin stad hakodate. Ik ben hier jarig en trateer mezelf op sushi en gebak.
Ik pak ook de boot terug naar het hoofd eiland Honshu.
De tijd gaat nu dringen want 75 procent van de reis zit er op. Nog 2 en een halve week.
te gaan.



groetjes allemaal weer van Tjoep.